Sligro Food Group

Sligro - Groots in genieten

Sligro Food Group 

Sligro Food Group is een Nederlandse beursgenoteerde onderneming met het hoofdkantoor te Veghel. Tot Sligro Food Group behoren onder meer de bedrijven Sligro (horecagroothandel) en Van Hoeckel (leverancier voor institutionele markt). De onderneming beschikt over de productiebedrijven Culivers (maaltijdcomponenten), SmitVis (vis) en Maison Niels de Veye (cuisine, bakkerij en pattiserie). Ook heeft het bedrijf deelnemingen in Spar Holding, Smeding BV, Kaldenberg Slagerijen BV, Ruig Wild & Gevogelte en Verhoeven (brood). Concurrenten zijn ondermeer HANOS en Makro.

Sinds 1989 is het bedrijf genoteerd aan de Euronext in Amsterdam. De familie houdt via de Stichting Administratiekantoor Slippens zo’n 34% van de aandelen. Sligro Food Group is aangesloten bij de inkoopvereniging Superunie.

Sligro Food Group - entree

Anno 2019 opereert Sligro Food Group met haar werkmaatschappijen als landelijke totaalgrossier. Het bedrijf levert een assortiment van ruim 80.000 voedingsmiddelen en non-food artikelen aan consumenten, levensmiddelendetaillisten, horeca-ondernemers, institutionele afnemers en bedrijfsrestauratieve en andere grootverbruikers. Dit gebeurt via de distributievormen zelfbediening en bezorging en via detailhandel en groothandel. Ongeveer 40% van de omzet wordt via de 50 zelfbedieningsvestigingen gerealiseerd. In 2019 telde Sligro gemiddeld 4159 medewerkers op voltijdbasis. Het bedrijf is vooral actief in Nederland, maar ook in België. in dit laatste land werd in 2018 zo’n 10% van de omzet behaald.

Sligro Food Group NV (AScX) droeg voor 2002 de naam Sligro Beheer NV en komt voort uit de horecagroothandel Sligro. Dit bedrijf werd later opgenomen in de holding van Sligro Food Group. Groothandel Sligro werd in 1935 opgericht als handelsonderneming in margarines, vetten en oliën door de geboren Fries Abel Slippens.

Abel Slippens

Abel Slippens studeerde aanvankelijk voor onderwijzer, maar koos al snel voor de Rijkszuivelschool in Bolsward. In de mobilisatietijd (1914-1918) diende hij als militair aan de Maas in het Brabantse Oss. Na eerst gewerkt te hebben bij Jurgens’ Margarinefabrieken (een van de voorlopers van het Unilever-concern) in Oss kwam hij in 1929 naar Veghel. Hij bouwde een bescheiden fabriek aan de Noordkade in Veghel met de bedoeling meer grondstoffen uit ondermelk te halen. De melkfabrieken in de regio maakten vooral roomboter en hielden de ondermelk over. Deze werd bij gebrek aan een andere bestemming aan de boeren teruggegeven om te dienen als kalveren- en varkensvoer. Na geruime tijd van onderzoek wist Slippens suikers en eiwitten uit ondermelk commercieel te exploiteren. Het fabriekje vormde de basis van het ontstaan van de Coöperatieve Centrale Melkproductenfabriek De Meijerij Veghel, afgekort DMV. Dit bedrijf kwam later tot grote bloei en fuseerde in 1979 met Campina uit Eindhoven tot DMV Campina.

Slippens Groothandel in Koloniale Waren

In 1934/1935 begon Slippens als zelfstandig ondernemer. Hij reisde als agent voor Romi-margarine van fabrikant Zwerver uit Vlaardingen per trein en bus Zuid-Nederland af om te verkopen aan kruideniers, de groothandel en aan de margarine-verwerkende industrie. Margarine kwam toen op de markt als een goedkoop alternatief voor roomboter. De naam van het bedrijf werd Slippens Groothandel in Koloniale Waren. Naast de margarine werden namelijk ook artikelen verkocht die uit de koloniën kwamen: suiker, rijst, zuidvruchten en specerijen, de zogeheten koloniale waren.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam de handel in koloniale waren volledig stil te liggen. Desondanks steeg de omzet van het bedrijf omdat er meer vraag was naar margarine. Het assortiment groeide door het aanbod van vervangende middelen (zogenaamde surrogaten). In 1939 trad zoon Louis toe tot het bedrijf van zijn vader. Lodewijk Frits (Louis) Slippens (Oss, 1 juni 1924 – Veghel, 8 augustus 2009) richtte zich met name op de bezorging: vanuit een magazijn (een verlengde garage) bezorgde hij de waren per transportfiets, daarna per bakfiets en nog later met paard en wagen.

In de jaren 50 en 60 bloeide tevens het fenomeen vrijwillig filiaalbedrijf (VFB). Zelfstandige grossiers zochten een antwoord op de opkomende grootwinkelbedrijven (zoals De Gruyter, Simon de Wit, Edah en Albert Heijn). Dat werd een soort surrogaat-grootwinkelbedrijf. Zelfstandige winkeliers sloten zich aan bij grossiers met een formule die landelijk dezelfde producten aanbood en met eenzelfde folder werkte. Zo ontstonden organisaties als Spar, Kroon, Tip, VéGé, Ifa en A&O. Deze formule had gedurende een korte periode succes, maar bleek niet opgewassen te zijn tegen de grootwinkelbedrijven. Maar ook deze laatste verkeerden in zwaar weer: De Gruyter en Simon de Wit verdwenen (met name door een te strak eigen productenbeleid). Albert Heijn bleef groeien, mede doordat de (uit de Verenigde Staten afkomstige) zelfbediening ingeburgerd raakte. De consument werd niet meer bediend maar pakte zelf van het schap. Veel kleine winkeliers gaven het op, slechts een enkeling waagde de sprong. Een voorbeeld hiervan is Végé-kruidenier Jan Linders.

Cash and carry

In 1957 overleed Abel Slippens en namen zijn zonen het bedrijf over. Samen begonnen ze een cash and carry-groothandel in ‘s-Hertogenbosch, waar klanten zelf het assortiment konden bekijken, kopen en direct meenemen. Het concept bleek een succes en vormde de basis van uitbreiding: al snel volgden soortgelijke vestigingen in Veghel en (vier jaar later) in Helmond, Valkenswaard, Eindhoven en Weert. In deze periode werd de naam van Slippens Groothandel in Koloniale Waren ingekort tot Sligro. De omzet steeg met 25% en 40% op jaarbasis. In 1969 verhuisde Sligro haar kantoor en magazijn (gelegen aan de Hezelaarstraat te Veghel) wegens ruimtegebrek. De nieuwe locatie was een 5000 m2 tellend gebouw op het industrieterrein De Dubbelen in Veghel.

Overnames

In de jaren 70 en 80 volgde een sterke groei door meer dan 100 overnames. Een van de belangrijkste strategische overnames betrof die in 1987 van Louwers in Eindhoven, waardoor het bedrijf zich meer kon gaan richten op dagverse producten voor de horeca. In 1992 werd met de overname van het Arnhemse familiebedrijf Wunderink de eerste horecabezorggroothandel aan Sligro toegevoegd.

Door aangescherpte wetten rondom de verkoop via het cash and carry-systeem liep het aantal bedrijven in de sector in ongeveer 25 jaar van 400 terug tot zo’n 25 ondernemingen die voor Sligro allen golden als potentiële overname-kandidaten.

De onderneming beschikt per 2019 over 50 zelfbedieningsvestigingen en 11 bezorglocaties verspreid over Nederland.

In februari 2016 nam Sligro het Belgische Java Foodservice over.[5] Dit laatste bedrijf had in 2015 een omzet van 129 miljoen euro. Sligro verwerft het volledige aandelenkapitaal van Bejaco en diens deelnemingen JAVA en Freshtrans. Die laatste twee vormen Java Foodservice, dat 280 voltijdmedewerkers in dienst heeft.

In januari 2019 is de eerste Sligro buiten de landsgrenzen geopend. Een compleet nieuwe zelfbedienings vestiging met bezorgcappaciteit opende in Antwerpen de deuren , het begin van een internationale koers binnen SFG??

Over Sligro Gorinchem

Sligro Gorinchem is 23 jaar geleden ontstaan vanuit de overname van De Man Horecaservice. Op dat moment DE groothandel voor cafetaria’s en sportkantines in de regio.

Onze vestiging vervult in de toeristische vestingstad Gorinchem een regionale functie voor horeca, cafetaria’s en sportkantines uit de omgeving. Het assortiment van onze 4500 m2 grote vestiging bestaat uit food, non-food en wijn. 

Onze vriendelijke foodprofessionals staan klaar om je te helpen. Met kwaliteitsproducten en met een uitmuntende service. Sligro Gorinchem is hierdoor een prettige inkooplocatie voor elke ondernemer in de regio. 

Sligro Gorinchem ligt langs de A15, op industrieterrein Gorinchem Oost. Wij beschikken bovendien over een ruim parkeerterrein, direct voor onze vestiging.

Nettowinst 2018 Sligro Food Group: € 276 miljoen

De nettowinst over het boekjaar bedroeg € 276 miljoen, een absolute recordwinst voor de Groep. Het jaar 2018 werd gekenmerkt door relatief veel buitengewone en eenmalige baten en lasten. Hiervoor gecorrigeerd kwam de Ebit van onze ‘voort te zetten bedrijfsactiviteiten’ uit op € 82 miljoen bij een omzet die met 9,5% toenam tot € 2.346 miljoen.